PETER TIEHUIS - HEART IN MIND

Artiest info
Website
facebook

Peter Tiehuis (Almelo, 1956) begon op 9-jaige leeftijd een studie klassieke gitaar, later schakelde hij over naar de el. gitaar. Terwijl hij speelde in diverse rock- en soulbands studeerde hij af aan het Twentse conservatorium in Enschede in klassieke gitaar en een jazzstudie aan het Koninklijke conservatorium in Den Haag. Zijn veelzijdigheid zorgde ervoor dat hij in heel veel muziekgenres kon spelen, niet alleen in Nederland maar ook in België, Duitsland en Engeland. Hij speelde niet alleen in jazzclubs maar ook in The Skymasters, The Chris Hinze Combination, het Metropool Orkest, The Wolfgang Haffner Band en zoveel andere groepen. Hij trad eigenlijk op met vrijwel iedere muzikale ster in Nederland, van Trijntje Oosterhuis tot Hans Vermeulen en internationaal met Stan Getz, Elvis Costello, George Duke, Herbie Hancock , George Porter en vele, vele anderen. Hij was leraar aan het conservatorium van Amsterdam waar hij nog steeds aan verbonden is als gastdocent. Tegenwoordig treedt hij regelmatig op met de Paul Berner Band, de Toon Roos Groep en de Fay Claassen Band. Met het trio “3hands clapping” vertolkte hij intieme kamermuziek en met het powertrio “Frapear” maakte hij muziek met veel elektronische effecten.

In dit album is hij te horen met zijn quintet T5 met veelal eigen composities of van Karel Boehlee die ook te horen is op keyboards en synthesizer en verder Theo de Jong op bas, Jasper van Hulten op drums en Martin Verdonk op percussie. De muziek op dit album beweegt zich ergens tussen fusion, zoals op het eerste nummer “Boost the Beat” van Karel Boehlee met veel elektronica tot groovy funk op “First Proof” en blues zoals op “Heart in mind”. Het mag duidelijk zijn dat mijn voorkeur uitgaat naar de meer bluesy uitingen van Tiehuis op dit album, want daarin excelleert hij wel degelijk met een lekker vet geluid. In “Partido Nuevo” met zijn latin sound moet ik onmiddellijk denken aan Santana, diens geluid is heel herkenbaar en Tiehuis doet geen poging om dat te imiteren, hij heeft tenslotte zijn eigen sound maar de sfeer van Santana’s muziek is er wel degelijk, lekkere muziek. “To T or not to T” geschreven door Martijn van Iterson, collega jazzgitarist, is weer een heel ander verhaal, romantisch met het geluid van een strijk ensemble, weliswaar uit de synthesizer, het gitaarspel klinkt prima maar de verpakking is mij te fondantachtig. Nee dan hoor ik liever de jazzrock in ”First Proof”, een stevig ritme en bluesy gitaarspel. In “Mousoleum” valt er weer volop te genieten van het gitaarspel van Tiehuis, hij heeft beslist een eigen geluid, je hoort af en toe een invloed van John Scofield, David T. Walker, Cornell Dupree, maar het blijft Peter Tiehuis ! Het album wordt afgesloten met een fraaie versie van “Everything must go” van Walter Becker en Donald Fagen oftewel Steely Dan, een mooi einde van een grotendeels geslaagd album, liever wat meer bluesy nummers en niet teveel synthesizergeluiden volgende keer.

Jan van Leersum.